Even trek ik een stukje op met mijn auto en dan hoor ik het akelige geluid van verkreukelend aluminium. Wat is er aan de hand?
Ik sta ik bij station Nijmegen om een familielid van de trein te halen. Voor mij rijdt iemand weg, dus ik rijd een stukje naar voren en sluit aan bij de rij met andere wachtende auto’s.
Dan klinkt het nare geluid. Mijn eerste gedachte: Nee hè, ik heb waarschijnlijk een deuk in de auto gereden. Wat een sukkel ben ik toch. Waarom let ik niet beter op die lage paaltjes?
Een kort moment blijf ik in de auto zitten, de confrontatie met de deuk uitstellend. Dan raap ik de moed bij elkaar om de schade te inspecteren.
Wat blijkt? Nergens een deuk te bekennen. De auto staat gewoon netjes dertig centimeter van de paaltjes af. Wel ligt pal achter de voorband een platgereden frisdrankblikje.
Al die verwijten over ‘niet goed opletten’ waren dus onterechte opmerkingen van mijn innerlijke criticus. De zon schijnt de hele tijd al, maar opeens kan ik ervan genieten.