De innerlijke criticus is niet in zijn eentje. Het is eerder een soort club van kritische types die het allemaal voor het zeggen willen hebben.
Op dit moment werk ik hard aan mijn trainingen, dus mijn werk-innerlijke-criticus is best tevreden. Maar dat vindt mijn huishouden-innerlijke-criticus weer waardeloos. ‘Ga nu eens boodschappen doen, er is niets meer in huis. Luister niet naar die werk-zeikerd!’
Maar krijgt mijn huishouden-innnerlijke-criticus een keer royaal zijn zin, dan komt de werk-innerlijke-criticus weer om de hoek kijken: ‘Zeg, hoeveel uur heb jij vandaag nou eigenlijk gewerkt, zeg eens eerlijk?’
Weet ik beiden tevreden te stellen, dan hebben we de sport-innerlijke-criticus, de tuin-innerlijke-criticus en de sociaal-innerlijke-criticus ook zo hun eigen wensen.
Na een week vol discipline heb ik eindelijk de hele club tevreden gesteld. Maar nog steeds is het dan niet rustig in mijn hoofd.
Uit een donker hoekje van mijn geest komt de ontspan-innerlijke-criticus naar voren en die zegt: ‘Je bent zo efficiënt bezig, zou je niet wat meer lummelen? Dat is heel gezond voor het brein hoor, wist je dat?’